keuzeverlamming
Keuze verlamming –> vlucht of freeze modus.
Ken je dat: je staat voor de koelkast en staart en staart, maar er komt niets binnen aan info om de keuze maken wat je wil.
Dat heet keuzeverlamming.
Er is zo veel vrijheid, er zijn zo veel mogelijkheden, maar ook zoveel onduidelijkheden, dat we niet meer weten wat we moeten doen en verstijfd stilstaan.
Eigenlijk reageert ons lichaam bij keuze verlamming/stress hetzelfde als bij gevaar: het gaat in of een vlucht modus of een freeze modus. Iedereen kent dat wel de aarzeling om de eerste stap te nemen en dat je hoofd en lichaam in tweestrijd zitten over wat te doen, of bij hoogtevrees –> je lichaam wil vluchten maar je hoofd weigert om het signaal af te geven om in beweging te komen. Bij de vlucht modus in je hoofd stelt je hoofd de keuze uit of ontwijkt de keuze zoveel mogelijk en bij de freeze modus bevriest het en komt het niet tot een keuze.
Er zijn twee mogelijke oorzaken ervan ofwel te veel keuze ofwel geen overzicht hebben.
- Hieronder een voorbeeld met te veel keuze.
Op zaterdag ga ik altijd zelf hardlopen. Hier komen twee grote keuze momenten in voor: hoe laat sta ik op en hoe laat vertrek ik.
Bij neurotypische mensen zal het zo gaan:
Wekker gaat of je gaat dan uit of later, maar wanneer? Tja wanneer je zin hebt, waarschijnlijk of wanneer je besluit; ik ga er nu maar eens uit.
In mijn hersens gaat het als volgt:
wekker gaat om 9:30
keuze 1: ga ik er meteen uit?
Keuze 2: over 5 minuten.
Keuze 3 over 10 minuten.
keuze 4 over 15 minuten.
(je ziet ik ben nogal van de 5 minuten regel, dat rekent makkelijk vind ik.)
Oké besluit gemaakt.
Het wordt over 15 minuten.
Ik doezel weer weg of ga op mijn telefoon kijken.
17 minuten later, shit.
En dan begint het hele riedeltje weer van voor af aan, qua keuzes maken.
Dan het vraagstuk hoe laat vertrek ik.
Nu is die iets beter gekaderd, omdat ik pas een uur na het eten kan lopen i.v.m. mijn maag en niet na 13:00 wil lopen i.v.m. de tijd.
Maar dan nog is dat een vrij ruim scala aan keuzes wat ik heb.
Dan is het ook nog wat doet het weer? Tja dan kan je pas 5 minuten van te voren zeker weten, dus om de haverklap kijken naar buienradar. En ook nog, ga ik bij mama langs tijdens mijn route, of niet en duizend andere wat als die door mijn hoofd schieten.
Hierbij helpt het mij vaak om gewoon te doen. Ik ga nu.
- Voorbeeld Nr 2 gaat over onduidelijkheid.
Stel je vraagt om 15:00 aan iemand wat wil je vanavond eten?
Dan gaat het als volgt.
Het is nu 15:00, ik moet een keuze maken voor avondeten, dat zal pas rond 18:00 zijn.
Heb ik dan nog wel trek in waar ik nu zin in heb? Wat wil ik eten? Waar heb ik zin in? Welke keuze is er allemaal? Welke mogelijkheden zijn er? Hoeveel tijd kost iets om te maken? Wat past er bij elkaar? Hoeveel geld kost iets? Als ik hiervoor kies, wanneer eet ik dan dat andere?
Hersens gaan in overdrijf.
- Ander voorbeeld:
Vorige week zat ik in een volle trein, ik zat vlakbij het tussenstuk tussen 2 wagons.
Dat tussenstuk gaf veel prikkels, omdat ik alles kon horen, bv de wielen die over de rails gleden etc.
Eigenlijk wou ik liever ergens anders zitten.
Mijn lichaam stond al in de vlucht modus: ik werd onrustig, mijn benen maakte zich klaar om op te staan, ik keek onrustig rond. Maar mijn hoofd gaf geen signaal door.
Waarom niet?
Wat als ik geen plekje kon vinden waar ik alleen kon zitten?
Wat als mijn plekje hier ineens bezet zou zijn door iemand anders als ik opstond?
Kortom teveel onzekerheid, dus zei mijn hoofd nope.
- Wat de oplossing zou kunnen zijn?
Beperk de keuzes en haal onduidelijkheid weg.
Bij het voorbeeld van het eten kan je twee dingen doen:
Of
Wil je spruitjes of bloemkool? (maar dit laat eigenlijk nog te veel stress toe, wat als beide even vies of even lekker zijn wat dan? Wat je dan kan doen is een menu keuze laten maken, dus: wil je spruitjes met aardappelballetjes en steak a la minute of bloemkool met kaassaus, aardappelpuree en gehaktbal? Hier zit altijd wel iets tussen wat het lekkerst is en dat maakt het keuze maken makkelijker.)
Of nog beter maak een suggestie:
Zullen we vandaag spruitjes eten, dan eten we morgen bloemkool?
Hiermee haal je de stress weg, want ze hoeven niet te kiezen, maar het geeft ze wel het idee dat ze mee mogen beslissen. Ook geeft het duidelijkheid wanneer dan de tweede keuze wordt gegeten (tip: houd je er dan ook aan! Dus gaan niet de volgende dag weer een keuze voorstellen of iets anders eten)
Bij het voorbeeld van de trein:
Zou het mij geholpen hebben als iemand mijn plek bezet hield voor mij, iemand me zei dat er zeker een plek vrij was of iemand me letterlijk en figuurlijk aan de hand mee nam.
geef me de 5 kan je hierbij helpen.